Stichting BeeldBepalend Online Magazine

Columns

Er moet altijd iets te dromen zijn

Gepubliceerd op door in

IMG_0986 sq Bijna elke maand doe ik mee met de Staatsloterij. Nadat bekend werd gemaakt dat er hevig werd gefraudeerd met de loten door de werknemers van de Staatsloterij besloot ik verontwaardigd om de boel een tijdje te boycotten. Maar zo’n boycot haalt natuurlijk niks uit, dus ben ik maar weer loten gaan kopen.

“Als je niet meedoet, win je sowieso niets,” zeg ik soms tegen mezelf.

Niet dat ik iets win als ik wel meedoe. Het is slimmer om de centen op de spaarrekening te zetten, zelfs met een beschamend lage rente van 0,8%.

Maar toch.

Het prettige gevoel van ingepakte cadeautjes


Eigenlijk doe ik vooral mee voor het gevoel. Misschien ken je dat wel. Het is min of meer hetzelfde gevoel dat je als kind aan de vooravond van pakjesavond had, of de avond voor je verjaardag. Een verwachtingsvolle gloed die lichaam en geest volledig in beslag neemt. Een gevoel dat zo prettig is dat het pijn doet in je buik. Als de stapel cadeautjes allemaal goed en wel zijn ontdaan van cadeaupapier, kan er eindelijk met de inhoud worden gespeeld, maar eigenlijk zijn de cadeautjes op z’n leukst als ze nog ingepakt zijn. Dan is de wereld nog magisch, onontdekt en is alles nog mogelijk.

De periode tussen aankoop van het lot en de immer teleurstellende uitslag (“Gefeliciteerd! U hebt €1,50 gewonnen!”) is dan ook een heerlijke tijd. ’s Nachts als ik niet kan slapen, bouw ik in gedachten een huis. Ik ruik het verse hout dat op de vloer ligt, ik dwaal door de kamers, ik laat mijn hand glijden over het aanrechtblad of sta onder de regendouche. Ik verzin geuren en kleuren bij elke kamer en probeer me alles zo precies en gedetailleerd mogelijk voor te stellen.

IMG_0984

Wat als alle wensen zijn vervuld?


Als het moment daar is en het bericht dat ik niets of nagenoeg niets heb gewonnen op mijn beeldscherm verschijnt, kan ik daar eigenlijk prima mee leven. Want wat als ik wel zou winnen en al die wensen volbracht zouden zijn? Waar kan ik dan nog naar verlangen?

“Er moet altijd iets te dromen zijn / Dromen zorgen dat je leeft / ’t Leven mag nooit echt volkomen zijn / Arm is hij, die alles heeft.” zong Arno van der Heyden in de jaren 90. Het was de tijd waarin Trio Kloosterboer de zalen van de provincie Groningen (en daarbuiten) onveilig maakte: schouwburg, theater, kroeg en buurthuis.

Arno zong en ik wist dat het waar was. Het grootste cadeau van mijn leven laat ik onuitgepakt. Misschien wel voor altijd.

Onderwerp