Stichting BeeldBepalend Online Magazine

Projecten

Landgoed De Braak: de buitenplaats van Groningen – Deel 2

De Paardentram

De populariteit van De Braak was mede te danken aan de komst van de paardentram. De Tramwegmaatschappij Groningen – Paterswolde – Eelde (afgekort GPE) werd in 1896 opgericht. Deze paardentramlijn liep van het Zuiderdiep in Groningen via de Westerhaven, de Paterswoldse weg, de Groningerweg en de Hoofdweg door Paterswolde tot aan de Esweg in Eelde.

De schrijver J.W.H Cordes beklaagde zich in 1906 over de tramwegmaatschappijen van Groningen. De wagons waren volgens hem ‘van ten dele zeer min gehalte. Men zou van Groningen, aanzienlijke stad, in haar inwonertal vijfde en als handelsstad derde van het land, met haar drukke koren- en veemarkten waarlijk wel iets geheel anders mogen verwachten.’ De paardentram bleek ondanks de slechte staat van sommige wagons een uiterst populair vervoersmiddel.

Het waren vooral recreanten en forenzen die gebruik maakten van de tramlijn van de GPE, die ongeveer 10 km lang was. Een rit Groningen – halte De Braak duurde ongeveer een uur. Een enkele reis 1e klas kostte 50 cent, een enkele reis 2e klas 35 cent. Het eerste halfjaar vervoerde de GPE ruim 42.000 passagiers tussen Groningen en Eelde.

In de zomermaanden kwam het regelmatig voor dat meerdere overvolle trams tegelijkertijd aankwamen in Paterswolde. Met mooi weer trokken vele mensen die kant op om daar hun vrije tijd door te brengen.

Wanneer de temperatuur daalde, werden er in de wagons stoven geplaatst om voor een beetje comfort te zorgen. In Eelde en in Groningen stond een grote ketel met daarin 140 liter warm water wat in de stoven werd gegoten zodat reizigers in de trams tenminste warme voeten hadden. De 1e klas wagons waren dicht, maar de 2e klas wagons waren open en dan kon het flink koud aanvoelen. Warme voeten was dan wel zo prettig.

Bron: Groninger Archieven

De Paterswoldse tram. Foto: P.B. Kramer, 1921. Bron: Groninger Archieven.

In 1921 werden de paarden vervangen door Ford-trucks, omdat de inzet van paarden te kostbaar bleek. De voerprijzen en de kosten voor de stalling waren sinds WOI enorm gestegen en de GPE had veel paarden nodig om alle wagons te trekken. Een truck kon in tegenstelling tot een paard wel twee tot drie wagons trekken en hadden een snelheid van 20 km/uur. Een rit duurde nu nog maar 35 min. Daarnaast verbruikte de trucks ‘slechts’ 1 liter benzine op 5 km. Het bedrag dat men begin jaren ’20 aan benzine kwijt was, was een tiende van wat de paarden aan voer en stalling kostten.

Bijkomend voordeel voor de passagiers was, dat de trucks allemaal een laadbak hadden waarin fietsen konden worden vervoerd. Tenminste als dit vooraf door de passagier was opgegeven en er vooraf voor was betaald. De trucks hadden namen als Be Quick, Pegasus en Kilometervreter.

Ondanks de inzet van deze trucks kwam de GPE eind jaren ’20 alsnog in financiële moeilijkheden. Het aantal passagiers op de lijn Groningen – Paterswolde – Eelde was al jaren terug aan het lopen. Door het snellere gemotoriseerde openbaar vervoer werd het voor mensen interessanter en ook een stuk makkelijker om verder te reizen, en andere plaatsen te bezoeken.

Dit had ook zijn weerslag op de bezoekersaantallen van De Braak. Jarenlang had de tramlijn de bezoekers naar het landgoed gebracht. Nu de trucks de paarden hadden vervangen, werd het voor veel recreanten aantrekkelijker om wat verder weg te recreëren. Dagjesmensen uit Groningen konden bijvoorbeeld makkelijker naar een dorp als Zuidlaren reizen. Ook veel schoolreisjes werden verder van huis georganiseerd en werden niet langer op De Braak doorgebracht.

De tramlijn die een enorme stimulans was voor de recreatie in en om Paterswolde, verloor aan belangstelling en dit leidde uiteindelijk tot de ondergang. In 1929 werd de trammaatschappij opgeheven. De teloorgang van de tramwegmaatschappij lijkt hand in hand te gaan met dat van de dalende populariteit van De Braak. Maar daar waar de tramwegmaatschappij is verdwenen, is De Braak blijven bestaan en is De Braak nog steeds te bezoeken.

Bronnen:

Groninger Archieven: 1369 Vereniging van handelaren te Groningen (1847 – 1940), Ontwerp statuten der tramwegmaatschappij Groningen – Paterswolde – Eelde (Groningen, Scholtens z.j.) inv. nr. 206.
Arends-Luinge, G., Kamps, G., Geertsema-Camphuis, F.C. en Haar, A., ‘Het sociale leven sinds 1900’ in: Schaafsma, C., Uit Eeldes jongste eeuw. Verandering in veelvoud (Stichting Ol Eel, Eelde 1999) 11-28.
Cordes, J.W.H., ‘Paterswolde en “De Braak”’, Eigen Haard: geïllustreerd volkstijdschrift 20 (1906) 307-310.
Cordes, J.W.H., ‘Paterswolde en “De Braak”’, Eigen Haard: geïllustreerd volkstijdschrift 21 (1906) 332-336.
Encyclopedie van Drenthe, volume 1 (2003) 707.
Evers, G.A., Van Groningen naar Zuidlaren en Paterswolde. Geïllustreerde gids voor tochten naar en door Helpman, Haren Harenermolen, De Punt, Noord-, Mid-, en Zuidlaren, Vries, Eelde en Paterswolde (Groningen 1903).
Hoving, H.E., ‘J.E. Scholten, 11 juni 1849 – 7 september 1918’ in: Feith, J.A. en Heeres, J.E., Groningsche Volksalmanak: jaarboekje voor geschiedenis, taal- en letterkunde der provincie Groningen (Groningen 1919) 165-172.
Kobes, J. en Seffinga, B., ‘Verkeersontwikkelingen’ in: Schaafsma, C., Uit Eeldes jongste eeuw. Verandering in veelvoud (Stichting Ol Eel, Eelde 1999) 144-158.
Luiken Bos, J., De Peerdentram (1986).
Odding, A. en Schaafsma, C., ‘Recreatieve aardverschuivingen’ in: C. Schaafsma, Uit Eeldes jongste eeuw. Verandering in veelvoud (Stichting Ol Eel, Eelde 1999) 159-175.
Op weg door Eelde, Paterswolde, Eelderwolde (Gemeente Eelde 1972).
Veenhuizen, W.J., ‘W.A. Scholten’ in: Feith, J.A. en Heeres, J.E., Groningsche Volksalmanak: jaarboekje voor geschiedenis, taal- en letterkunde der provincie Groningen (Groningen 1893) 73-78.

Onderwerp ,