Projecten
Landgoed De Braak: de buitenplaats van Groningen – Deel 1
Anders dan de titel van dit artikel doet vermoeden ligt het prachtige landgoed De Braak niet in Groningen, maar vlak boven het Drentse Paterswolde. Desondanks zagen veel Groningers begin twintigste eeuw De Braak als hun ‘Groningse’ buitenplaats.
Dit komt door de belangrijke band die eind negentiende, begin twintigste eeuw is ontstaan tussen het landgoed en de stad Groningen en haar inwoners. Jarenlang is De Braak een van de meest geliefde buitenplaatsen van de Groningers geweest. Stadjers en Ommelanders bezochten in hun vrije tijd deze buitenplaats om even te kunnen ontsnappen aan de drukte van alledag. De Braak mocht dan in Drenthe liggen, voor de Groningers hoorde het landgoed bij Groningen.
Jan Evert Scholten (11 juni 1849 – 7 september 1918)
Het landgoed De Braak werd echt een buitenplaats voor de Groningers, toen het eind negentiende eeuw in handen kwam van de Groninger industrieel Jan Evert Scholten, zoon van Willem Albert Scholten. Hij kocht De Braak en stelde het landgoed open voor publiek. Men kon voor 10 cent een toegangskaartje kopen. Een deel van deze opbrengst ging naar het W.A. Scholten Kinderziekenhuis in Groningen en het andere deel ging naar de armen van Paterswolde.
Jan Evert Scholten was net als zijn vader een zeer betrokken mens. Hij was naast een bekend industrieel ook zeer actief in de politiek. Maar nergens haalde hij zoveel voldoening en plezier uit, als het stimuleren van het Groninger verenigingsleven. Hij steunde de Groninger verenigingen op allerlei manieren. Een van die manieren was dat hij de verenigingen gebruik liet maken van De Braak. Verenigingen konden hier hun evenementen organiseren. Zo heeft de universiteit bijvoorbeeld verschillende lustrumfeesten op De Braak gehouden. Er werden hier zangconcoursen georganiseerd waar wel meer dan dertig koren aan meededen en er werden ook heel veel schoolreisjes op De Braak georganiseerd.
Maar het waren niet alleen georganiseerde evenementen en uitjes die in groepsverband plaatsvonden. Ook het gewone publiek was welkom op De Braak. Heel veel Groningers bezochten het landgoed. Het was een manier om te kunnen ontspannen. Na een week hard werken kon men op zondagmiddag even ontsnappen en de rust opzoeken die het landgoed te bieden had. Men kon gaan wandelen over de kronkelende paden onder de bomen, met een bootje over de grote vijver varen, de kinderen in het doolhof laten rondrennen of laten spelen op de kettingbrug. Op het landgoed waren diverse kiosken waar de mensen een versnapering konden kopen. De lokale middenstand verdiende aan de bezoekers van De Braak door voor genoeg bier en limonade te zorgen tegen de dorst.
Dat het publiek zich niet altijd even goed gedroeg, blijkt uit de boodschap die Scholten op het toegangsbewijs liet drukken om de bezoekers te instrueren. Bezoekers worden ‘vriendelijk verzocht het plantsoen niet te beschadigen of in de koepels of banken te snijden of te schrijven.’
Scholten stierf op 7 september 1918. Heel Groningen was in rouw. Een dichte haag van mensen stond langs de rouwstoet die van de Grote Markt naar de Zuiderbegraafplaats liep. Bewoners langs de route hadden hun gordijnen neergelaten als teken van rouw. Het was duidelijk dat een bijzonder geliefde stadsgenoot was heengegaan en dit moet op termijn zijn weerslag hebben gehad op de bezoekersaantallen van De Braak. De erven hebben het landgoed in 1920 verkocht aan Natuurmonumenten. De eerste jaren leek er niet zoveel te veranderen. De universiteit heeft in 1924 nog een groot lustrumfeest op De Braak gehouden met een balletvoorstelling als spetterend slotstuk. Maar langzaamaan liepen de bezoekersaantallen terug. De Braak heeft na het overlijden van Scholten niet meer de enorme belangstelling gehad als daarvoor. Scholten en het landgoed De Braak leken naarmate de jaren voorbij streken, in vergetelheid te raken.
In augustus 2014 heeft Stichting Beeldbepalend een dansvoorstelling op het landgoed mogelijk gemaakt. Deze voorstelling, geïnspireerd op de balletvoorstelling uit 1924 op De Braak, is goed bezocht en kreeg veel lovende reacties. Het heeft veel Groningers opnieuw geïntroduceerd met het landgoed.
Natuurmonumenten is nog altijd eigenaar van De Braak en De Braak is nog altijd open voor het publiek. Met de hernieuwde belangstelling voor deze prachtige plek, kan De Braak wellicht opnieuw de buitenplaats van Groningen worden.
Bronnen:
Groninger Archieven: 1369 Vereniging van handelaren te Groningen (1847 – 1940), Ontwerp statuten der tramwegmaatschappij Groningen – Paterswolde – Eelde (Groningen, Scholtens z.j.) inv. nr. 206.
Arends-Luinge, G., Kamps, G., Geertsema-Camphuis, F.C. en Haar, A., ‘Het sociale leven sinds 1900’ in: Schaafsma, C., Uit Eeldes jongste eeuw. Verandering in veelvoud (Stichting Ol Eel, Eelde 1999) 11-28.
Cordes, J.W.H., ‘Paterswolde en “De Braak”’, Eigen Haard: geïllustreerd volkstijdschrift 20 (1906) 307-310.
Cordes, J.W.H., ‘Paterswolde en “De Braak”’, Eigen Haard: geïllustreerd volkstijdschrift 21 (1906) 332-336.
Encyclopedie van Drenthe, volume 1 (2003) 707.
Evers, G.A., Van Groningen naar Zuidlaren en Paterswolde. Geïllustreerde gids voor tochten naar en door Helpman, Haren Harenermolen, De Punt, Noord-, Mid-, en Zuidlaren, Vries, Eelde en Paterswolde (Groningen 1903).
Hoving, H.E., ‘J.E. Scholten, 11 juni 1849 – 7 september 1918’ in: Feith, J.A. en Heeres, J.E., Groningsche Volksalmanak: jaarboekje voor geschiedenis, taal- en letterkunde der provincie Groningen (Groningen 1919) 165-172.
Kobes, J. en Seffinga, B., ‘Verkeersontwikkelingen’ in: Schaafsma, C., Uit Eeldes jongste eeuw. Verandering in veelvoud (Stichting Ol Eel, Eelde 1999) 144-158.
Luiken Bos, J., De Peerdentram (1986).
Odding, A. en Schaafsma, C., ‘Recreatieve aardverschuivingen’ in: C. Schaafsma, Uit Eeldes jongste eeuw. Verandering in veelvoud (Stichting Ol Eel, Eelde 1999) 159-175.
Op weg door Eelde, Paterswolde, Eelderwolde (Gemeente Eelde 1972).
Veenhuizen, W.J., ‘W.A. Scholten’ in: Feith, J.A. en Heeres, J.E., Groningsche Volksalmanak: jaarboekje voor geschiedenis, taal- en letterkunde der provincie Groningen (Groningen 1893) 73-78.
Onderwerp De verhalen van Groningen, Historie