Columns
Angst. Of zo… *
* Waarschuwing: dit artikel zit vol aannames, platitudes en vooroordelen ten opzichte van verschillende mensen en honden. Het wordt mensen met vooroordelen afgeraden dit artikel te lezen.
Ik schreef een artikel over vooroordelen, vanwege mijn betrokkenheid bij Uut de Hoogte, een komische ‘sitcom’ in het Der Aa Theater. Deze sitcom gaat over een familie die in de Groningse volksbuurt ‘De Hoogte’ woont en over een familie in een chique buurt in Haren. De karaktertrekken van ‘typische’ mensen uit deze twee buurten worden in deze voorstelling uitvergroot en dat is grappig.
Deze typetjes slaan natuurlijk niet zozeer op de ‘echte mensen’ uit De Hoogte of uit Haren, maar meer op de manier waarop wij allemaal, collectief, hebben besloten hen te zien. De tijgerprintleggingdragende en shag rokende Jannie uit De Hoogte is lachwekkend omdat wij geconfronteerd worden met een vooroordeel over mensen die in volkse wijken wonen, zoals De Hoogte. Het wordt bevestigd en ontkracht in één verwarrende, komische klap.
Ik schreef een artikel over vooroordelen, wat ze zijn, waar ze vandaan komen, waarom ze nuttig zijn en ook waarom ze een kwelling zijn. Het werd al snel een langdradig verhaal waar tal van open deuren werden ingetrapt. Over elkaar het voordeel van de twijfel geven, over het verband tussen het uitsluiten van mensen met een niet-Nederlandse naam op de arbeidsmarkt op basis van een vooroordeel en de criminaliteitscijfers onder ‘allochtone’ jongeren. Over dat we uiteindelijk allemaal mensen zijn, met gevoelens en verlangens. Maar als het zo simpel was om elkaar met open vizier tegemoet treden en elkaar het voordeel van de twijfel geven, dan zouden we het wel doen. Niemand besluit een vooroordeel te hebben over iets of iemand. Iedereen denkt een goede en gefundeerde reden te hebben voor zijn of haar vooroordeel.
Liever schrijf ik luchtige artikelen, waar de lezer vervolgens zelf zijn eigen aannames en wereldbeelden op mag projecteren, en misschien een beetje om kan lachen. Wel zo makkelijk.
Ik schreef een tweede artikel over vooroordelen waarin ik intensief en diepgravend zelfonderzoek deed. Ik was er van overtuigd dat introspectie de sleutel was naar het antwoord. Bovendien ben ik over het algemeen nogal lachwekkend en heb ik dus ook lachwekkende vooroordelen. Zo heb ik vier jaar lang geweigerd te fietsen ‘omdat alle fietsers in Groningen fietsen als idioten’. Wat ook waar is, maar daarbij laat ik na om toe te geven dat de ik zelf grootste idioot onder de fietsers ben. Stiekem moet ik nog steeds een L met mijn linkerhand maken om erachter te komen wat links en wat rechts is, waardoor het ontdekken of ik voorrang heb doorgaans te lang duurt.
Zo ben ik doodsbang voor honden – ook kleine honden. Als ik een hond zie, zie ik een bloeddorstig monster, gemaakt van tanden, klauwen en kaken. Ik maak heimelijk plannen voor een hondenvrije wijk (er wordt immers ook gepraat over kindervrije restaurants, dus waarom niet?). Dat werd uiteindelijk ook een nogal lang verhaal. Bovendien werd een opsomming van alle honden die ik ooit had ontmoet en wat ik daarbij voelde me toch wat te veel. En wilde ik eigenlijk wel dat de hele wereld weet dat elke keer als iemand vraagt of ze links of rechts moeten afslaan ik in het wilde weg een gok doe? Misschien niet.
Ik schreef in gedachten een derde artikel over vooroordelen, al wandelend door Groningen. Na lang nadenken kwam ik tot de enige mogelijke conclusie die de lading van het – negatieve – vooroordeel leek te dekken. Wij mensen zijn een stelletje schijterds. We zijn als de dood voor alles wat we niet kennen en komen met zogenaamd ‘gefundeerde argumenten’ om te verbloemen dat we eigenlijk gewoon bang zijn voor de ‘ander’. We kennen de ander niet, we weten niet wat hij, zij of het wil, dus gaan we er voor de zekerheid maar vanuit dat de ander niets goeds van plan is. Zo kunnen we het ons permitteren in onze veilige bubbel van uniformiteit te verblijven. Wel zo makkelijk.
En saai, overigens. Voortdurend maar omringd worden door mensen die in grote mate overeenkomsten tonen met onszelf en die dezelfde opleiding hebben genoten. De mens die hetzelfde soort baan vervult – of juist dezelfde uitkering ontvangt, hetzelfde eet, drinkt en doet. Ellenlange gesprekken waarin iedereen het vanaf het begin af aan al met elkaar eens is.
En zo liep ik mijmerend door Groningen, en sprak de woorden: ‘Angst. Of zo.’
Onderwerp De wereld van Rosa